|
||||||||
Ik word er in bepaalde kringen om uitgelachen, maar ik schaam er mij allerminst voor o toe te geven dat ik de band Frimout graag hoor. Daar zijn redenen genoeg voor te bedenken: uitstekende zang, geweldige instrumentale beheersing, speelplezier op het podium en vooral muziekjes, die stuk voor stuk oorwurmkwaliteiten hebben en doen wat liedjes moeten doen: zich onder je schedeldak nestelen en daar met geen stokken weg te slaan zijn. Stef Willems is van die band het charismatische gezicht en de liedjesleverancier, die verstandig genoeg is om hulp van buitenaf toe te laten om zijn liedjes te finetunen. Op deze nieuwe EP staan in totaal vijf van die nummers, waarvan we er een drietal al heel vaak op de radio konden horen: “Marcel”, over een wat bijzondere dorpsfiguur, “Copacabana”, dat het tot zomerhitje schopte en dus ook op de jaarlijkse verzamel-CD “Zomerhit” van Radio 2 staat, “Ik Zie Je Graag”, dat er kort na de eerste full-CD van de band kwam…die drie waren ons bekend. De titeltrack van de EP is verwonderlijk genoeg niet de nieuwe single. Die eer is weggelegd voor het werkelijk uitstekende “Meisje (ik laat je los)” een nummer waarvoor Willems wat hulp kreeg van Joey Brocken, de man die een jaar of zes geleden de “Beste singer-songwriter van Vlaanderen”-wedstrijd won. Ik ga hier niet flauw over doen: volgens mij is dit het beste dat Frimout ooit heeft opgenomen en, in tegenstelling tot wat de titel zou kunnen laten uitschijnen, gaat het niet om een liefdesbreuk, maar is het een lied dat Willems schreef voor/over z’n dochtertje, maar eigenlijk handelt over “vader zijn” en het daarbij horende, levenslang durende loslaten, waar velen bijzonder mee worstelen en dat het vaderschap tegelijk lastig en boeiend maakt. Het arrangement van het nummer is ragfijn uitgekiend en combineert een speelgoedpianootje met heel mooi strijkerswerk van het Mark Steylaerts ensemble en super efficiënt drumwerk van Matthias Fransen. Echt, een geweldig nummer, halverwege de kleinkunst en de Pop en net daarom, zou het een nieuw publiek voor Frimout kunnen aanboren. Ook de trouwe fans worden op hun wenken bediend, want de titeltrack van deze EP is weer vintage Frimout. Jan De Campenaere, van Venus in Flames, was hier de helpende hand om een nummer af te leveren, dat vlotjes naast pakweg het beste van Clouseau kan staan. Het stilaan vertrouwde groepsgeluid werd ook nu door producer Steve Willaert bewaakt en dat levert alles bijeen een heel fijn, klein plaatje op met als uitschieter een heel fijn, klein liedje dat volgens ondergetekende eeuwigheidswaarde heeft. Overigens vind ik het heel fijn dat de band alle opbrengsten van deze EP aan het goede doel schenkt: eentje dichtbij, met name het nichtje van toetsenman Jan Beyen, dat door een zware immuuntherapie moest en wier ouders niet zeker zijn dat de mutualiteit wel zal tussenkomen en eentje meer algemeen, het KinderKankerFonds. Een argument temeer om dit plaatje tot het uwe te maken. Laat het uitlachen maar herbeginnen, jongens en meisjes: dat deden jullie destijds ook toen ik ABBA en Bobbejaan goed vond… (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||